Moeten of Willen?

3png

“Ik moet werken morgen. Jij moet haar deze week bellen. Ik moet nog sporten. We moeten nog klussen. Ik moet dat nog afmaken vandaag. We moeten zo weg. Ik moet nog boodschappen doen.”

 

Moeten”: een woord dat onbewust zoveel wordt gebruikt in onze taal. We moeten zoveel van onszelf, van elkaar. De vraag is echter: moet het echt of wil je het ook?

Moeten zorgt voor een bepaalde druk en geeft al snel een negatieve associatie. Zodra het een willen is, is het een vrije keuze. Moeten indiceert een beperking van je autonomie.

 

Autonomie en vitaliteit

Wist je dat het gevoel van autonomie een enorme impact heeft op je vitaliteit? Mensen die het gevoel hebben dat ze autonome keuzes kunnen maken, hebben over het algemeen meer energie. Op basis van de zelfdeterminatie theorie zijn autonomie, binding en competentie (ABC) drie kernaspecten voor een goed en zinvol bestaan. Binding betekent kort gezegd het hebben van betekenisvolle relaties. Competenties gaat over het ervaren van waardering voor de dingen die je doet. Het onderdeel autonomie gaat over het ervaren van keuzevrijheid. Het is makkelijk om externe factoren de schuld te geven van een beperking van je autonomie: je baas, de tijd, de kinderen of ‘de coronamaatregelen’. Je moet nu eenmaal…

 

Als we echter kritisch naar onszelf kijken, dan is een groot deel van dit ‘moeten’ ontstaan door een keuze die je gemaakt hebt: de keuze om ergens te gaan werken, te wonen, lid te worden van een vereniging etc. Op basis van die initiële keuze ontstaan bepaalde consequenties, bijvoorbeeld dat collega’s je verwachten op je werk. Maar betekent dit dat je moet werken, sporten of boodschappen doen? Of is het iets wat je gaat doen en wil je het ook?

 

Lange vs korte termijn

Het moeten is vaak gericht op de korte termijn, terwijl er een lange termijn bewuste keuze achter schuil gaat. In het moment is het niet altijd makkelijk om bewust stil te staan bij die lange termijn doelen en wensen. Als je dit af en toe wel doet, geeft dit nieuwe energie om dingen te doen waar je wellicht in eerste instantie tegenop keek.

 

Je wilt boodschappen doen, want dat kun je lekker eten.

Je wilt graag sporten, want dat geeft een fijn gevoel.

Je wilt werken, want dat zorgt voor groei/zingeving/een inkomen etc.

Je wilt dat nog afmaken, want dat geeft een voldaan gevoel.

Je wilt graag klussen om een mooi huis te maken.

 

Het klinkt misschien als een klein detail welk woord je kiest. Je brein denkt hier echter anders over. Iedere keer dat je het woord “moeten” gebruikt, beperk je onbewust je gevoel van autonomie. Dit heeft invloed op hoe vrij en energiek je je voelt.

 

Hoe vaak?!

Probeer eens een dag te tellen hoe vaak je het woord moeten hoort, zowel bij jezelf als bij anderen. Onderzoek vervolgens of je het woord ‘moeten’ kunt vervangen bijvoorbeeld door ‘willen’ of ‘gaan’. Als blijkt dat je te vaak toch op een ‘moeten’ uitkomt, sta dan nog eens stil bij enkele keuzes die je kunt maken. Waarom doe je de dingen die je doet?

 

Oordeel niet te snel, wees nieuwsgierig!